10 jun 2022

Advies voor een evenwichtige woningmarkt

In 2030 moeten er in Nederland 900.000 nieuwe woningen staan. Maar welke woningen? Waar? En wie is uiteindelijk ervoor verantwoordelijk dat de bouwproductie wordt opgevoerd naar 100.000 woningen per jaar? Volgens Anton Bos, partner Verstedelijkings- en gebiedsopgaven BMC, ligt de oplossing vooral in betere regionale samenwerking.

Met het aantreden van het nieuwe kabinet is in de persoon van Hugo de Jonge de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening terug. Het is één van de tekenen dat de Rijksoverheid de urgentie van het woningmarktprobleem voelt. Anton Bos: ‘Tot voor kort was er nauwelijks nationale regie op de woningmarkt. Het Rijk pakt die regie nu deels weer terug. De vraag is hoe je daar lokaal en regionaal mee omgaat. Rijk, regio en gemeenten moeten samen zorgen voor de juiste woningen in het juiste tempo. Maar het Rijk bouwt geen woningen en levert geen bouwlocaties. De regio zorgt hier wel voor en daar hoort dus de regie thuis.’

Aantrekkelijke woningen in een prettige omgeving

Samenwerking blijft het toverwoord, ook binnen die regio. ‘Gemeenten en provincies bouwen zelf ook geen woningen, dat doen ontwikkelaars en corporaties. Het is cruciaal om die partijen te betrekken. In sommige regio’s ligt er een opgave om 30-40% woningen in de sociale sector te realiseren. Met de stijging van grondprijzen en bouwkosten is het bouwen van betaalbare woningen een enorme uitdaging. Zeker omdat we ook graag willen dat die woningen toekomstbestendig en duurzaam zijn en dat de wijk of het dorp waar ze staan, groen en leefbaar is. Uiteindelijk moeten alle betrokkenen samen zorgen voor aantrekkelijke woningen in een prettige omgeving.’

Schijntegenstelling

In die regionale afstemming valt nog wel wat te verbeteren, constateert Anton Bos. ‘In het debat draait het vaak om de schijntegenstelling tussen de stad en de ommelanden. Het stedelijk gebied heeft de landelijke omgeving nodig en vice versa; ze vormen één ecosysteem. De stad heeft het omliggende landelijk gebied nodig als uitloop, en het MKB het arbeidspotentieel van die ommelanden. Mensen die landelijk wonen gebruiken de voorzieningen van de stad. Natuurlijk denken en handelen gemeenten ook vanuit hun eigen kracht en opgave. Maar door die opgave op tafel te leggen én je constructief op te stellen lukt het eerder om dat belang te realiseren: samen sterker met behoud van eigen identiteit.’

Meerwaarde

Het begint met het opstellen van een gezamenlijke regionale visie zegt Bos. ‘Daarna bepaal je een strategie en maak je afspraken hoe je die visie wilt realiseren. De uitdaging is om in dat traject actief elementen “uit te ruilen” zodat voor iedereen meerwaarde én een haalbare businesscase ontstaat. De vorm, het type afspraken en wie er aan tafel zit volgt uit de inhoud. Het belangrijkste punt van geslaagde samenwerking is gelijkwaardigheid en respect voor elkaars positie en opgaven. Ervaring leert dat het meerwaarde heeft als iemand zonder eigen belang aan tafel zit. BMC vervult die rol vaak en graag. Soms worden we gevraagd door een regionaal verband, soms door een gemeente. Altijd bewaken we als procesbegeleider dat iedereen aan tafel zich blijft committeren aan het gemeenschappelijke doel; de transformatie naar een toekomstbestendige regio.’

Dit interview verscheen in Binnenlands Bestuur magazine, editie 10 2022.

Anton Bos Ruimtelijke ontwikkeling partner verstedelijkings- en gebiedsopgaven 06 - 57 31 36 67
BLOG FYSIEK-DOMEIN WONEN-EN-WONINGCORPORATIES GEBIEDSONTWIKKELING INCLUSIEVE-STEDEN WONINGCORPORATIES RUIMTELIJKE-ONTWIKKELING WONINGBOUWOPGAVE

Gerelateerde artikelen