4 jul 2023

De 5 belangrijkste geleerde lessen uit Project Buitenkans

Project Buitenkans zet zich op meerdere primair onderwijs scholen en op 13 voortgezet onderwijs locaties in Den Haag, Leidschendam-Voorburg en Rijswijk in om kansenongelijkheid, verzuim en thuiszitten van leerlingen te verminderen. BMC-adviseur Monique Kuik is van nagenoeg het eerste uur betrokken bij dit post-corona project. Na twee jaar is het nu tijd om de geleerde lessen vast te leggen en te delen met alle scholen, samenwerkingsverbanden en gemeenten  in Nederland die interesse in hebben.

Project Buitenkans werd twee jaar geleden in het leven geroepen om de achterstanden die bij leerlingen waren ontstaan door corona terug te dringen. Scholen zagen de kansenongelijkheid toenemen en ook het verzuim. Jongeren zaten en zitten vaker niet lekker in hun vel en sociale structuren staan onder druk. Om onderwijs-, én jeugdhulpprofessionals te ondersteunen in de zware opgave om het tij te keren, bood Buitenkans ‘denkers en doeners’ om de doorbraken te realiseren die nodig waren. Met tijdelijk geld (NPO-gelden) en capaciteit werd samengewerkt aan structurele verbeteringen op scholen.

Opzetten van aanwezigheidsaanpak

Een van de ‘denkers en doeners’ is Monique Kuik. Binnen Project Buitenkans is ze projectleider van twee dossiers: Ouders optimaal betrokken bij school (primair onderwijs) en De staat van welbevinden (voortgezet onderwijs). Ze is druk bezig met afronden en overdragen. Het project loopt nog een jaar door, maar de taken worden overgenomen door uitvoerende projectleiders.

‘Komend schooljaar kunnen scholen dus nog steeds van extra ondersteuning gebruik maken’, aldus Kuik. ‘De uitvoerende projectleiders helpen bijvoorbeeld met het opzetten van een verzuimaanpak, al spreken wij liever van een aanwezigheidsaanpak. En er is bijvoorbeeld hulp bij het opzetten van dialoogsessies; het goede gesprek met jongeren voeren over hoe het echt met hen gaan en welke oplossingen bijdragen aan hun welbevinden en dat zij graag op school aanwezig zijn. Dat hebben we belegd bij Centrum 1622. Het is nu dus niet meer nieuwe dingen ontwikkelen, maar echt overdragen van alle bevindingen.

Knoppen waaraan je kunt draaien

De bevindingen zijn de afgelopen jaren opgehaald naar aanleiding van dromen, die onderwijs en zorgpartners samen ontwikkelden aan het begin van het project. Via de Theory of Change (TOC) aanpak - een methode die veel wordt gebruikt in een verandersituatie en waar veel complexe vraagstukken onderdeel van zijn - ontstonden twee dromen: een voor het primair onderwijs en een voor het voortgezet onderwijs. Om de dromen heen werden beïnvloedbare gebieden getekend. ‘Eigenlijk zijn dat de knoppen waaraan je kunt draaien om op een goede manier aan die droom te werken’, legt Kuik uit.

‘We begonnen met het uitvragen op de scholen hoe het ging, waar ze tegenaan liepen, welke vraagstukken er speelden. Wat is er door corona verbeterd of verslechterd? Veel scholen in het voortgezet onderwijs gaven aan dat de verzuimcijfers waren gestegen en dat leerlingen zich gemakkelijker ziek meldden en ouders daarin meegingen. In het primair onderwijs zagen ze meer leerlingen met gedragsproblemen. Vanuit de TOC keken we dan wat we anders wilden en zijn we scholen gaan helpen vanuit hunlokale situatie.’ Zo ontstonden verschillende aanpakken op maat.

Verzuim en welbevinden onlosmakelijk verbonden

Wat de medewerkers van Project Buitenkans opviel was dat middelbare scholen al snel voor een onderwerp als verzuim kozen. ‘Dat is lekker concreet. Het zijn cijfers en je hebt er als school ook belang bij dat die cijfers laag zijn’, weet Kuik. Een van de thema’s was echter ook welbevinden. Hoe lekker zitten jongeren in hun vel? Daar kwamen steeds meer onderzoeken op en daaruit bleek dat dit een zeer actueel thema was voor de jongeren. ‘Als je dan terugkijkt op de reis die je hebt gemaakt, zie je dat verzuim en welbevinden onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Je kunt niet aan de aanwezigheid van leerlingen werken als je geen oog hebt voor hoe het met ze gaat. Welbevinden lijkt abstracter, maar is de basis om naar school te komen en je te ontwikkelen in de breedste zin van het woord.’

Achterhalen van onderliggende behoeftes

Ook was er veel vraag vanuit scholen naar hoe ze jongeren konden betrekken bij het realiseren van de dromen. ‘We hebben daarvoor dialoogsessies ontwikkeld. Wij kozen een gemixte groep leerlingen, uit verschillende leerjaren en niet vanzelfsprekend de jongeren die zich altijd wel melden als er iets wordt gevraagd. Zij kwamen bij elkaar en gingen aan de slag met een aantal hele concrete werkvormen. In een huiskamer setting gingen we dieper in op vragen zoals: ‘Hoe voel je je en wat kan de school doen zodat je je fijner voelt?’ Scholen werden zo geholpen met het achterhalen en het vertalen van de onderliggende behoeftes. Leerlingen vertelden door het gebruik maken van creatieve werkvormen veel meer dan scholen gewend waren en droegen goede en verrassende oplossingsrichtingen aan.

In primair onderwijs draaide het meer om het gedrag van leerlingen en om de betrokkenheid van ouders. Hoe doe je dat effectief? Kuik: ‘Hier leerden we dat het heel erg zit in de interactie tussen de leerkracht en de ouder. En dat iedere ouder anders is en vaak ook iets anders vraagt. Dat is de sleutel tot succes. Je kunt als school niet zeggen: ouders zijn niet betrokken, want ze komen niet op een ouderavond. Het zit ‘m in het contact van de leerkracht met de ouder en hoe je als school je hand uitsteekt. In het accepteren dat de ene ouder wel wil meedenken over beleid en de andere iets anders leuk vindt. Ouders willen vaak best meehelpen, maar dan wel wanneer het ze uitkomt.’

Verwachtingen van ouders

‘We hebben kleine ateliers georganiseerd op scholen, waarin intern begeleiders, ouders en leerkrachten met elkaar in gesprek gingen. Dat was mooi, omdat er hele concrete voorbeelden werden genoemd over hoe je als professional door een andere bril ouders echt beter kan bereiken. Het zit in hele simpele dingen, bijvoorbeeld in verwachtingen die leerkrachten hebben van ouders. Sommige ouders snappen niet hoe het Nederlandse onderwijs werkt. Dat het goed is om ook thuis te helpen met lezen.’

Alle bevindingen zijn opgeslagen in twaalf dossiers, de zogenoemde beïnvloedbare gebieden. Alles tezamen vormen de twee dromen. Op de website is ook een toolkit te vinden met materiaal dat kan worden gebruikt door andere scholen.

Nu de afronding van het project in volle gang is, wil Kuik graag de belangrijkste lessen delen van de afgelopen twee jaar. ‘We hebben een unieke aanpak ontwikkeld, waarin we als BMC samen met Yolk en in opdracht van de gemeenten Den Haag en omstreken een mooie rol hebben gehad. We kunnen trots de leeropbrengsten aanbieden op andere plekken.'

Dit zijn de belangrijkste opbrengsten:

  1. Aan aanwezigheid werken kan niet zonder te werken aan welbevinden. Dit is onlosmakelijk met elkaar verbonden.
  2. De eerste stap in het betrekken van je doelgroep, kinderen en jongeren, is door met hen te praten en niet over hen. Dit doen we nog te weinig. Of we sluiten echt nog te weinig aan bij de belevingswereld van jongeren, terwijl zij heel goed kunnen aangeven wat wel en wat niet werkt. Van onderwijsprofessionals vraagt het vaak een andere manier van werken dan gewend. Het vraagt lef, het vraagt je om uit je comfortzone te stappen.
  3. Als je wilt dat een leerling iets persoonlijks met je deelt, moet je zelf ook iets persoonlijks durven delen. Als professionals denken we te snel dat we alles weten. Maar de leerlingen hebben onderling, buiten school, ook contact met elkaar. Online bijvoorbeeld. Daar gebeurt van alles, dus niet altijd binnen de vier muren van de school.
  4. Werk aan een collectief, preventief klimaat. Dat betekent ook oog hebben voor leerlingen die nog geen zorgleerlingen zijn en voor gezinnen waarmee het ogenschijnlijk goed gaat. Als je ook die goed in het oog hebt, kun je problemen of vraagstukken voorkomen in de toekomst.
  5. Met een integrale samenwerking van onderwijs, jeugdzorg, instellingen in de wijk en ouders bereik je meer dan als school alleen. Nu hebben we bijvoorbeeld Centrum 1622 de deelnemende scholen binnengehaald. Dat geeft echt meerwaarde, dat zien ook de docenten. Want Centrum 1622 doet andere dingen, op een andere manier en daarvan kun je ook weer leren.

Binnenkort verschijnt vanuit het project het boekje ‘Kopzorg’. Over kleine gesprekken, grote gevoelens en hoe belangrijk die zijn. In dit boekje hebben de projectleiders anekdotes en voorbeelden gebundeld met onderbouwing van landelijke experts over hoe je vanuit het onderwijs op een relatief gemakkelijke manier grote impact kan maken om zwaardere zorg in veel situaties kan voorkomen.

Project Buitenkans is een project dat in het leven is geroepen door de gemeenten Den Haag, Leidschendam-Voorburg en Rijswijk, Stichting Passend Primair Onderwijs Haaglanden en Stichting Regionaal Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Voortgezet Onderwijs Zuid-Holland West. Het programma is door Yolk ontwikkeld. BMC leverde inzet in de vorm van projectleiders.

Meer informatie

Meer weten over wat BMC op het gebied van kansenongelijkheid, thuiszitters en verzuim kan betekenen? Of heeft u vragen over dit specifieke project? Neem dan contact op met Liesbeth Sturing of Rolf Snaterse.

Liesbeth Sturing Jeugdhulp managing consultant, expert verbinding onderwijs jeugdhulp 06 - 53 41 87 38 Bekijk profiel
Rolf Snaterse managing consultant Jeugd & Onderwijs 06 - 82 82 66 82 Bekijk profiel
PRAKTIJKCASE OPTIMALE-ONTWIKKELKANSEN-KINDEREN JEUGD-EN-ONDERWIJS SOCIAAL-DOMEIN SAMENWERKING-ONDERWIJS,-ZORG-EN-JEUGD DUURZAME-SCHOOLONTWIKKELING ORGANISEREN-IN-HET-SOCIAAL-DOMEIN

Gerelateerde artikelen