11 okt 2021
Regionale Energiestrategie: alle kikkers in de kruiwagen houden
In juli 2021 hebben alle regio’s hun eigen Regionale Energiestrategie (RES) 1.0 vastgesteld. Een mijlpaal op weg naar het behalen van de klimaatdoelstellingen. Ook de regio Midden-Holland heeft een RES 1.0 vastgesteld. Joost Rompa, senior adviseur bij BMC, was hier als programmamanager bij betrokken. Samen met vier andere hoofdrolspelers blikken we terug én vooruit.
Bij de RES van de regio Midden-Holland moesten de belangen van onder meer vijf gemeenten, één provincie, drie waterschappen en twee netbeheerders samen worden gebracht. Een bijzonder proces, aldus Teun Bokhoven, voorzitter van de stuurgroep van deze RES. ‘Het was gewoon heel complex, niet alleen qua inhoud maar ook bestuurlijk.’ Berend Potjer, gedeputeerde energie, natuur, Omgevingswet en communicatie bij provincie Zuid-Holland, vult aan: ‘Zie maar eens met zo veel verschillende partijen op één lijn te komen en daarbij ook nog eens oog te houden voor het broodnodige draagvlak in de samenleving.’
Erg ingewikkeld
Hilde Niezen, wethouder bij gemeente Gouda en bestuurlijk trekker van de RES 1.0, kan de complexiteit alleen maar beamen. ‘Bijvoorbeeld door de coalitieakkoorden waar wij als gemeenten nu eenmaal mee te maken hebben. Die leverden – puur inhoudelijk bekeken – eigenlijk al zo veel restricties op dat er maar heel weinig mogelijkheden waren om samen tot een RES te komen. En toch moesten we het met elkaar voor elkaar zien te krijgen.’ Agnes van Zoelen, bestuurder bij het hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard, herkent zich in die analyse. ‘Als bestuurder bij een waterschap zat ik er anders in dan bijvoorbeeld de wethouders. Die hadden de zware taak een RES op te leveren waar hun gemeentelijke achterban zich in kon vinden, met alle druk die dat met zich meebrengt. Dan was mijn rol toch iets gemakkelijker. Als waterschap zijn we ons namelijk maar al te bewust van de urgentie van de klimaatdoelstellingen. Ik heb dan ook altijd, in alle overleggen, benadrukt dat we het grotere geheel in het oog moesten houden: waarvoor doen we het nu met z’n allen? Maar dat loopt niet altijd synchroon met de politieke context waar andere partijen in de RES rekening mee moesten houden.’
Alle belangen samensmeden
Allemaal benadrukken ze de belangrijke rol die programmamanager Joost Rompa en zijn BMC-collega Rosalie Bedijn hebben gespeeld in de totstandkoming van de RES 1.0. ‘Als onafhankelijke, neutrale partij – want niet afkomstig van een van de regionale stakeholders – wist Joost alle kikkers steeds weer in de kruiwagen te houden’, stelt Van Zoelen. Daar kan Rompa zich goed in vinden: ‘Als je als BMC’er wordt aangesteld als extern programmamanager, moet je uiteraard onpartijdig zijn. Dat is immers een van je belangrijkste “wapens”. Ik vind het daarbij heel belangrijk om iedereen neutraal aan te horen, om daarna met elkaar in gesprek te gaan en te blijven over de inhoud. De ene keer en petit comité, de andere keer met z’n allen. Zo probeer ik alle belangen samen te smeden tot iets – een rapport, een strategie, een visie – waarin iedereen zich zo veel mogelijk herkent.’ Bokhoven noemt ook de goede inhoudelijke voorbereiding van de overleggen. ‘Ik heb steeds weer ervaren dat Joost van tevoren heel goed analyseerde wat er kon gebeuren – waar de diverse belangen mogelijk konden botsen. Daardoor kon hij hier goed op anticiperen en, indien nodig, meteen de angel uit de discussie halen.’
Niet tevreden met halve oplossingen
Niezen vertelt dat zij het heel fijn vond dat er tijdens de overleggen over de RES goed werd doorgevraagd. ‘Joost en Rosalie lieten zich niet met een kluitje in het riet sturen. Ze bleven doorvragen en waren niet tevreden met halve oplossingen. Daardoor kregen we allemaal wel eens goed de spiegel voorgehouden. Dat is niet altijd makkelijk, maar was wel heel belangrijk voor het proces én het eindresultaat.’ Rompa beaamt dat dit ook een voordeel is van de neutrale partij zijn. ‘Ik noem het zelf altijd “Zwitserland spelen”. Omdat ik als BMC’er onpartijdig ben, kan ik zonder al te grote gevolgen kritisch blijven doorvragen. Overigens doe ik dat wel altijd zo vriendelijk mogelijk. Het heeft geen zin om de bullebak uit te hangen. Zo zit ik zelf ook helemaal niet in elkaar. Ik ben een verbinder en dat probeer ik in een proces met een ingewikkeld palet aan actoren zo goed mogelijk in te zetten.’ Potjer beaamt dit: ‘Joost stuurt en verbindt, hij luistert en verplaatst zich in anderen. Dat is een belangrijke factor in waarom we er met z’n allen zijn uitgekomen.’
Op weg naar de RES 2.0
Met het uiteindelijke resultaat zijn Bokhoven, Niezen, Potjer en Van Zoelen content. En dat mag ook wel, want de gemeenteraden van Bodegraven-Reeuwijk, Gouda, Krimpenerwaard, Waddinxveen en Zuidplas, de Provinciale Staten van Zuid-Holland en de Algemeen Besturen van de drie betrokken waterschappen zijn allemaal akkoord gegaan met de RES 1.0. Dit betekent echter niet dat het werk is gedaan. ‘De regio Midden-Holland is niet de enige regio waar de RES 1.0 inmiddels is vastgesteld’, vertelt Rompa. ‘Beter gezegd: elke regio heeft dat voor 1 juli 2021 gedaan. Daarmee is de eerste stap gezet op weg naar het behalen van de klimaatdoelstellingen. Tegelijkertijd is dit nog maar het begin. De regio’s moeten hun RES namelijk elke twee jaar “verversen”. Dit betekent dat ze de 1.0-versie moeten aanscherpen én tot uitvoering moet brengen. Bovendien heeft Europa concrete plannen aangekondigd om van 49 procent naar 55 procent CO2-reductie te gaan. Dat gaat ook doorwerken in de RES 2.0. De regio’s kunnen dus niet op hun lauweren rusten. Ze moeten actief aan de slag met de RES 2.0, want die moet er in 2023 liggen.’
Opnieuw met elkaar om de tafel
In de regio Midden-Holland weten ze wat hen te doen staat. ‘We hebben een RES 1.0 waarmee we voor de dag kunnen komen’, aldus Van Zoelen. Potjer vult aan: ‘Nu moeten we met elkaar om de tafel om aan de RES 2.0 te werken. Maar het moet natuurlijk niet blijven bij plannen maken. Met de RES 1.0 als basis, gaan we nu op weg naar de uitvoering van de plannen.’ Rompa signaleert dat participatie en uitvoeringskracht daarbij nóg belangrijker worden. ‘Dat was al belangrijk bij de RES 1.0, maar moet nog meer aandacht krijgen. Want als je van planvorming naar uitvoering gaat, ontkom je daar niet aan. Plannen moeten immers concreter worden en komen daardoor dichter bij de voor- of achtertuin van inwoners.’
Concreet aan de slag
Niezen vertelt dat in de RES is vastgelegd dat de regio Midden-Holland vol voor zonne-energie wil gaan. ‘Daarom moeten we nu concreet aan de slag om zo veel mogelijk daken vol te gaan leggen met zonnepanelen.’ Volgens Rompa betekent dit dat de regio de eigenaren van daken – particulieren én bedrijven – zover moet krijgen dat ze dit ook willen. ‘Daarvoor moet je met elkaar in gesprek gaan, businessmodellen opstellen, investeerders vinden en vooral ook de lokale energiecoöperaties betrekken.’ Bokhoven sluit af: ‘Het zal opnieuw een spannende tijd worden. Daarom gaan we voor de procesbegeleiding ook dit keer op zoek naar een onafhankelijke programmamanager. Joost heeft aangegeven dat het goed is om het stokje over te dragen, omdat de RES zich in een andere, uitvoeringsgerichtere fase begeeft. Hoewel we dat zeker snappen, vinden we het ook jammer. Want Joost is een fundamenteel bestanddeel geweest van de totstandkoming van onze RES.’
Meer informatie
Wilt u meer informatie over de ondersteuning van BMC bij de energietransitie en bij het inrichten en optimaliseren van de uitvoering van uw RES? Of wilt u vrijblijvend een afspraak maken? Neem dan contact op met Joost Rompa of Joris Stok.