13 mrt 2023

Is verlaging van de caseload de oplossing voor de jeugdbescherming?

De afgelopen periode heb ik me ingezet ter verbetering van de jeugdbescherming. Dat is een behoorlijke puzzel. Werken met de meest kwetsbare kinderen is al zwaar en helemaal nu er veel te weinig gekwalificeerde medewerkers zijn om het werk te doen. Het is begrijpelijk dat de FNV met een stevig eisenpakket komt, maar wordt er aan de juiste knop gedraaid? Hoe teleurstellend zal het zijn als de door de FNV voorgestelde maatregelen een averechts effect hebben op werkvitaliteit, werksfeer en het uiteindelijk leidt tot mindere kwaliteit en minder zicht op veiligheid van kinderen. Ik ben daar erg bezorgd over.

Met het onderzoeksrapport van Significant in de hand stelt de FNV dat de caseload moet worden verlaagd naar maximaal 9 gezinnen voor 1 april aanstaande. Een medewerker heeft nu gemiddeld zo’n 14 zaken in behandeling. Deze verlaging zal onherroepelijk leiden tot langere wachtlijsten, waar ze nu al niet te overzien zijn. De eis van caseloadverlaging is naar mijn mening een eenzijdige uitleg van het rapport en ook geen duurzame oplossing voor het complexe vraagstuk.

De jeugdbeschermer centraal

Allereerst ben ik van mening dat de draagkracht van een medewerker centraal moet staan. Is de medewerker ervaren of onervaren? Echtscheidingszaken vragen volgens het onderzoek vaak meer tijd. Bij de belastbaarheid van de medewerker zal je het aantal complexe echtscheidingszaken moeten meewegen. Zo zijn er nog tal van variabelen van invloed op de hoeveelheid tijd die nodig is om het werk goed te doen. Enkel een caseloadverlaging is daarom te kort door de bocht.

Het gaat om het goed faciliteren van jeugdbeschermers. Dat kan bijvoorbeeld met administratieve ondersteuning, omdat ook uit het onderzoeksrapport blijkt dat de administratieve last met 20% tot 100% is toegenomen. Op termijn is dit natuurlijk een vraagstuk voor de gemeenten, die processen en verantwoording kunnen vereenvoudigen.

Ook blijkt dat er steeds meer klachten en rechtszaken komen en dat vraagt veel tijd van de jeugdbeschermer. Bij gebrek aan jeugdbeschermers kunnen hier eventueel juristen voor worden ingezet om te ondersteunen met het schrijven van verweerschriften.

Jeugdbeschermers ervaren al zo’n druk en het is belangrijk dat de werkgever goed oog houdt voor het welzijn van de medewerker. Praktijkbegeleiders vervullen daarin een waardevolle rol, maar helaas zien we onder (financiële) druk de inzet van deze mensen afnemen.

Ook zal naar de waardering van de jeugdbeschermers moeten worden gekeken. Paradoxaal genoeg kiezen veel jeugdbeschermers ervoor om bij de gemeentelijke toegang te werken. Als reden wordt aangegeven betere of gelijke waardering en een betere mix tussen lichte en zware casussen. Met het oog op het zogeheten Toekomstscenario kan nu al de vlucht naar voren worden genomen door bijvoorbeeld een HR-ecosysteem te realiseren waarbij één medewerker zowel in het vrijwillig als in het gedwongen kader betrokken blijft. Dit zijn enkele voorbeelden van oplossingen die meer vruchten zullen afwerpen dan alleen een caseloadverlaging.

Tevens wil ik nog aandacht vragen voor de werksfeer. Creëer ontmoetingsmomenten waarin jeugdbeschermers onderling ervaringen uit kunnen wisselen en elkaar tot steun zijn. Organiseer ontbijtsessies of een vrijmibo. Een goede werksfeer daar moet je aan blijven werken! In een werkomgeving met veel spanning is ontspanning broodnodig.

Verantwoordelijkheid gemeenten

Ik ben me bewust dat de inzet zoals ik die voorstel financiële consequenties heeft. In de tijdelijkheid zal dan ook om de werkdruk te verminderen en de werksfeer te verbeteren een financiële impuls noodzakelijk zijn. Laat de FNV daarom vragen!

En als de druk dan van de ketel is, zal er met urgentie moeten worden gewerkt aan het verbeteren van de omstandigheden waarin de jeugdbeschermer moet werken. Zoals ook uit het rapport blijkt, werkt het ontbreken van passende hulp frustrerend, escalerend en kost de zoektocht naar de juiste hulp veel tijd van de jeugdbescherming. Hierover zal het gesprek met de gemeenten moeten worden geopend. Zij zijn immers verantwoordelijk voor een voldoende passend hulpaanbod. Dat valt ook voor gemeenten niet mee, omdat er zoveel schaarste in de hele jeugdhulpsector is. Wellicht kunnen de gemeenten wel vanuit hun verantwoordelijkheid een actievere rol vervullen bij het zoeken naar hulp?

Ook verwijs ik graag naar de positieve evaluatie van de inzet van gezinsadvocaten in geval van complexe scheidingen. Mogelijk kunnen gemeenten deze innovatie versneld doorvoeren?

Jeugdbescherming en gemeenten zullen ook met elkaar de administratieve last moeten verminderen en daarvoor zal verdergaande standaardisatie nodig zijn. Die boodschap wordt niet altijd met gejuich ontvangen, maar is wel de realiteit. De vrijblijvendheid in het zoeken naar oplossingen zijn we gepasseerd. Want wat we met zijn allen echt niet willen, is nog meer kinderen op de wachtlijst en het zicht op veiligheid van kwetsbare kinderen verliezen. Ik hoop van harte dat alle betrokken partijen mijn hartekreet horen en er iets mee doen!

Structurele verbetering

Stel dat er een tekort is aan brandweerlieden, gaan we dan ook minder branden blussen om de werkdruk te verlagen? Dit lijkt een onzinnige vraag en toch lijkt de caseloadverlaging een vergelijkbare reflex. Iedere jeugdbeschermer die met hart en ziel werkt, zal onrustig slapen van oplopende wachtlijsten. Laten we voorkomen dat de stress toeneemt en maximaal faciliteren in ondersteuning en begeleiding. Daarnaast is verbetering van de jeugdbescherming een opgave voor de hele keten en daar moet in mijn opinie iemand verantwoordelijk voor worden gemaakt.

De intensive care van de jeugdzorg staat in brand. Laten we met respect en begrip voor elkaar, gezamenlijk onze verantwoordelijkheid nemen. Niet vingerwijzen, maar oplossen omdat de kinderen dat verdienen! Het is nu nog niet te laat om te voorkomen dat een ogenschijnlijk goede oplossing als caseloadverlaging uiteindelijk het probleem voor zowel professionals als kinderen vergroot.

Meer informatie:

De auteur, Mariëtte van Leeuwen was tot juli 2023 Partner Jeugd bij BMC. Wilt u naar aanleiding van dit artikel verder spreken over oplossingen voor de jeugdbescherming? Neem dan contact op met Masja Schuyt, domeindirecteur Jeugd en Onderwijs.

Masja Schuyt concerndirecteur, domeindirecteur Jeugd en onderwijs 06 - 24 50 28 15 Meer informatie
BLOG JEUGD-EN-ONDERWIJS SPECIALISTISCHE-JEUGDHULP TOEGANG-JEUGDHULP JEUGDBESCHERMING-EN-VEILIG-THUIS OPTIMALE-ONTWIKKELKANSEN-KINDEREN

Gerelateerde artikelen