6 aug 2018

Quickscan Herzieningswet

Is uw gemeente klaar voor haar nieuwe rol? In de Herzieningswet en de daarbij behorende Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) wordt een nieuw arrangement tussen gemeenten, corporaties en huurdersorganisaties vormgegeven. Daardoor verandert de onderlinge verhouding. Gemeenten krijgen een rol bij het definiëren van de woningmarktregio. Zo kunnen ze meer regie voeren op het lokaal acteren van corporaties. Het regeerakkoord zegt letterlijk: ‘corporaties komen onder directe aansturing van de gemeente’.

Wat betekent deze nieuwe rol voor uw gemeente? Bent u al in staat om invulling te geven aan deze ‘sturing’ en zo de gewenste volkshuisvestelijke activiteiten te realiseren, of bent u zich (nog) aan het voorbereiden?

Belangrijkste volkshuisvestelijke veranderingen voor gemeenten door de nieuwe wetgeving (Herzieningswet)

Per 1 juli 2015:

  • Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het opstellen van volkshuisvestelijk beleid (in overleg met de buurgemeenten), dat onder andere wordt uitgevoerd door woningcorporaties. Worden er door de gemeente geen ‘bescheiden’ dan wel ‘beleidstukken’ aan de corporatie verstrekt, dan kan de gemeente de corporatie niet ‘aanspreken’ op haar aandeel in de uitvoering.

  • Corporaties dienen ‘naar redelijkheid’ invulling te geven aan de opgave gesteld door de gemeente. Deze procedure is in de wet vastgelegd en door partijen afdwingbaar.

  • Huurdersorganisaties worden gelijkwaardige partners van gemeenten en woningcorporaties. Hierdoor ontstaat een nieuwe overlegsituatie, waarbij deze partij ook betrokken dient te worden en een formele rol heeft.

  • Ontstaat er een geschil omtrent de bijdrage aan de opgave door een woningcorporatie, dan kan het geschil worden voorgelegd aan de minister. Gemeente en corporatie zijn dan afhankelijk van het oordeel van de minister. Een goede overlegrelatie wint daardoor aan belang.

  • De gemeente krijgt extra taken en bevoegdheden als het gaat om het toetsen van de activiteiten van de in haar gemeente werkzame woningcorporaties. Denk hierbij aan een markttoets, uitgevoerd door de gemeente op door corporaties geplande niet-Daeb-activiteiten (zoals dure huur, brede school, HOED, etc.).

  • De gemeente kan aan de hand van beschikbare benchmarkgegevens beoordelen hoe de corporatie presteert ten opzichte van andere corporaties. Dit door te kijken naar corporaties in het werkgebied of corporaties van vergelijkbare grootte en in soortgelijke omstandigheden. Landelijke trends worden ook zichtbaar uit de benchmarks en leveren sturingsinformatie voor de gemeente.

  • Corporaties moeten inzicht geven in hun financiële situatie en daar dient de gemeente iets van te vinden. Door te vergelijken met andere corporaties kan ze beter sturen op de door haar gestelde volkshuisvestelijke opgave.

Voor de gemeente is het noodzakelijk om te anticiperen op deze veranderingen om zodoende de toekomst van volkshuisvesting in haar gemeente te borgen en ambities waar te maken. Het is daarom van belang te weten wat de veranderende wet- en regelgeving betekent voor uw gemeente, op zowel het politieke als het ambtelijke vlak.

BMC Quickscan Herzieningswet voor gemeenten

BMC heeft een quickscan ontwikkeld die gemeenten inzicht geeft in wat er nodig is om tijdig te anticiperen op de veranderende wet- en regelgeving. Deze quickscan geeft u:

  • inzicht in de huidige invulling van volkshuisvestelijke taken door uw organisatie en de huidige samenwerking met uw partners;

  • inzicht in hoeverre de organisatie voorbereid is op de veranderende wet- en regelgeving;

  • een helder beeld van het aanwezige en benodigde kennisniveau en de vaardigheden voor het uitvoeren van de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de veranderende wet- en regelgeving;

  • concreet advies over implementatie van de veranderende wet- en regelgeving.

Naast het inzicht in hoeverre uw gemeente gereed is voor de Herzieningswet en de daaruit voortkomende taken, is de uitkomst van de quickscan een goed vertrekpunt voor een discussie over de invulling van uw nieuwe rol. Binnen de wettelijke rol zijn er verschillende mogelijkheden voor een eigen invulling mogelijk. Ook geven de uitkomsten van de quickscan de gemeente handvatten om de rolverschuiving bespreekbaar te maken met de corporaties en stakeholders in het werkgebied.

De quickscan heeft een verwachte doorlooptijd van 4 weken en bestaat uit de volgende onderdelen:

  • Vooronderzoek: deskresearch over de volkshuisvestelijk situatie (afspraken, omgeving, organisatie, etc.).

  • Intakegesprek: in een gesprek met de verantwoordelijk ambtenaar/opdrachtgever wordt het beeld uit het vooronderzoek getoetst om gezamenlijk de huidige situatie vast te stellen.

  • Interviews: in vier gesprekken met betrokken ambtenaren wordt aan de hand van een beknopte checklist/vragenlijst over de nieuwe situatie inzichtelijk gemaakt waar de aandachtspunten liggen.

  • Analyse & rapportage: op basis van de resultaten uit de interviews en het vooronderzoek wordt een stoplichtrapportage gemaakt, waarbij wordt weergegeven waar de veranderingsopgave ligt om de nieuwe wet- en regelgeving succesvol te kunnen implementeren en uitvoeren. Voor de belangrijkste bevindingen worden aanbevelingen gegeven.

  • Terugkoppeling en discussie over de bevindingen: in een gesprek worden de resultaten van de analyse teruggekoppeld en wordt de stoplichtrapportage toegelicht. Hierbij wordt ook ingegaan op de keuzes die er voor gemeente zijn te maken rondom de invulling van haar nieuwe rol en de implementatie hiervan.

Meer informatie

Voor meer informatie over de quickscan of voor ondersteuning bij een van de in het model genoemde onderwerpen kunt u contact opnemen met Marco Kerstens, partner bij BMC, via telefoonnummer 06 - 55 38 54 43 of per e-mail naar marco.kerstens@bmc.nl. U kunt ook gebruik maken van onderstaand contactformulier.

OPLOSSING RUIMTELIJKE-ONTWIKKELING WONEN-EN-WONINGCORPORATIES

Contact

Uw privacy is belangrijk voor ons. BMC gaat zorgvuldig om met uw persoonsgegevens, zie hierover meer in ons privacy statement