16 mei 2025
Investeer nu in de kracht van inwoners voor een duurzaam sociaal domein
De toenemende zorgvraag en personeelstekorten, versterkt door het naderende ‘ravijnjaar’,
dwingen gemeenten tot een andere manier van denken. Het kan niet anders of het sociaal
domein verandert de komende tien jaar ingrijpend. Hierbij spelen inwoners geen bijrol, maar
de hoofdrol. BMC-adviseurs Anita Keita en Kees-Jan van de Werfhorst beschrijven hoe
gemeenten het potentieel van gemeenschappen, van mensen die zich inzetten voor het
sociale leven in de gemeente, kunnen erkennen en versterken.
De paradox van bezuiniging en onbenut potentieel
Veel gemeenten bezuinigen momenteel op hun uitgaven in het sociaal domein. Dit is
begrijpelijk, maar het risico is dat hierdoor waardevolle zaken verdwijnen, zoals
inwonersinitiatieven, clubs en verenigingen. Terwijl gemeentelijke visies op het sociaal
domein het belang van dit soort gemeenschappen steeds vaker onderschrijven.
Ondertussen groeit de bestuurlijke druk rondom tekorten aan mensen en middelen. De focus
ligt steeds op professionele oplossingen. Maar waarom richten we ons zo eenzijdig op
professionals, terwijl het potentieel van de samenleving onbenut blijft?
Kees-Jan van de Werfhorst stelt dat gemeenten de samenleving actief kunnen betrekken bij
het sociaal domein: ‘De samenleving is een cruciale bron voor verandering en biedt
gemeenten een nieuwe uitvoeringspraktijk. Het versterken van de kracht in
gemeenschappen is een belangrijk onderdeel van de oplossing. Ontmoeting, zingeving,
steun bij ziekte en omkijken naar bekenden die het niet breed hebben. Het is zonde om dit
allemaal uit te besteden aan professionals.’
Denken: herwaardering van de gemeenschap
‘We staan voor een essentiële omslag in denken’, stelt Anita Keita. ‘Daarbij zijn drie inzichten
van belang. Ten eerste: onze gemeenschappen herbergen het potentieel voor gezond
samenleven. Mensen zijn sociale wezens. Zij kunnen elkaar ondersteunen. Inwoners
beschikken over veel kennis en doe-kracht. Ten tweede: inwoners zijn prima in staat om zelf
creatieve oplossingen te bedenken en aan te geven waar ze specifieke gemeentelijke
ondersteuning nodig hebben.’ Als derde noemt Keita actief burgerschap. ‘Ik zie dit als
fundamentele basis van onze democratie. Dit reikt verder dan het uitbrengen van een stem.
Het betekent ook dat je bijdraagt aan de gemeenschap, elkaar kent en leert omgaan met
uiteenlopende belangen. Dit is essentieel voor zorgzaam samenleven.’
Doen: concrete stappen naar inwoners als actor
‘Willen gemeenten de potentie van inwoners werkelijk benutten, dan kunnen ze stappen
zetten van denken naar doen’, stelt Van de Werfhorst. ‘Begin met het ontdekken en
waarderen van het lokale potentieel. Kijk verder dan de probleemstatistieken. Ook mensen
met problemen hebben mogelijkheden. Het is de kunst die te zien en te stimuleren. Richt de
lens op mogelijkheden en werk aan onderlinge verbinding, zo kom je tot versterking van de
samenleving. Zorg voor plaatsen waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en ideeën
uitwisselen. Dan ontstaan waardevolle samenwerkingen.’
Organiseren: een nieuwe gemeentelijke werkwijze
Een toekomst waarin inwoners ‘aan zet’ zijn, vergt een andere gemeentelijke werkwijze.
Houd inwoners niet op afstand maar neem een constructieve houding aan, gericht op
samenwerking. ‘Zie burgers niet als “lastig” en “boos”. Die tijd is wel voorbij’, benadrukt Van
de Werfhorst.
Het artikel gaat verder na de afbeelding.
Wat kan een gemeente doen om deze verschuiving te bewerkstelligen? ‘Allereerst is een
heldere visie op de eigen rol in de samenleving onontbeerlijk’, stelt Keita. ‘Veel gemeenten
hebben inmiddels een beleidsvisie sociale basis. De uitdaging is om die te vertalen naar de
eigen rol. De Wet versterking participatie op decentraal niveau kan hiervoor een aanzet
geven. Gemeenten kunnen nog beter vastleggen hoe zij hun rol zien in het vergroten van de
samenredzaamheid, verantwoordelijkheid en zeggenschap van inwoners.’
Van de Werfhorst pleit voor een gebiedsgerichte organisatie (in plaats van een sectorale)
met een helder mandaat. ‘Het wordt tijd dat we een manier van werken per buurt of wijk
opzetten, ondersteund door de gehele ambtelijke organisatie. Professionals in buurten
kunnen zich dan richten op contact leggen en alles wat inwoners zelf al doen versterken.
Een andere vereiste is openheid over het geld dat per buurt beschikbaar is. Experts als
juristen, financials en inkopers kunnen met de juiste opdracht meedenken over hoe we
initiatieven van bewoners zo goed mogelijk kunnen helpen. Door kosten van voorzieningen
inzichtelijk te maken, kunnen we inwoners uitdagen om met een eigen aanpak te komen.’
Keita benadrukt het belang van oefenen met gebiedsgerichte vraagstukken. ‘Leg concrete
zaken die spelen in gebieden vaker voor aan inwoners. Begin met thema’s die inwoners
direct raken, zoals gelukkig ouder worden of veiligheid in de buurt. Dit leidt vaak tot
verrassende en effectieve lokale oplossingen. Bovendien helpt dit gemeenten keuzes te
maken en focus te houden. Een thema dat inwoners niet raakt, kan onder op de stapel.’
Daarnaast is goed opdrachtgeverschap essentieel. ‘Gemeenten kunnen nadrukkelijker
partners in het sociaal domein opdracht geven om gelijkwaardig samen te werken met
inwoners’, zegt Van de Werfhorst. ‘Zeker ook organisaties voor sociaal werk. Je mag als
gemeente streng zijn: lukt het professionals om daadkracht van inwoners te stimuleren en
aan te vullen?’
Tot slot bepleit Keita de organisatie van gebiedsgerichte zeggenschap. ‘Dit kan bijvoorbeeld
met wijk- of dorpsstewards. Betrokken inwoners die ontwikkelingen in hun gebied volgen,
toetsen aan de bedoeling en jaarlijks feedback geven. Hun input is van onschatbare waarde
voor het continu verbeteren van beleid en draagt bij aan het versterken van
gemeenschappen en onze democratie.’
Meer weten over het versterken van gemeenschappen?
Neem voor meer informatie of een vrijblijvend gesprek contact op met Anita Keita of Kees-
Jan van de Werfhorst.
Meer weten?
Neem contact met ons op