25 aug 2021

Actualisatie herverdeling gemeentefonds leidt tot verdere verschuiving

Verliezers in Groningen, Brabant en West- en Midden-Nederland

Op 12 augustus presenteerde de minister van Binnenlandse Zaken een actualisatie van de herverdeling van het gemeentefonds, op basis van de cijfers over 2019. Voor de berekeningen werden tot nu toe cijfers over 2017 gebruikt. In dit artikel schetsen we de belangrijkste veranderingen ten opzichte van de eerdere berekeningen. De actualisatie schetst een beeld van de mogelijke effecten van de herverdeling van het gemeentefonds. Het merendeel van de verliezers zit in Groningen, Brabant en West- en Midden-Nederland.

Nadelige effecten verschuiven verder richting het westen

In de oorspronkelijke voorstellen gingen veel gemeenten in Groningen, Friesland en Drenthe en Brabant erop achteruit. De belangrijkste reden daarvoor was dat sociale maatstaven minder zwaar meewogen in de verdeling dan voorheen. Dat zou bij gemeenten in het noorden van het land een zware wissel trekken op de begroting. Een groot deel van deze gemeenten heeft een slechte vermogenspositie en kan niet terugvallen op buffers vanuit de gebiedsontwikkeling. Uit de half juli gepresenteerde herziene voorstellen bleek al dat de effecten in het noorden van het land minder nadelig zouden uitpakken. In de actualisatie van de cijfers over 2019 zet deze ontwikkeling zich verder door. Dat is grafisch weergegeven in de onderstaande figuur. Daaruit blijkt dat bij de nieuwe verdeling de verliezers (de “rode gemeenten” in de figuur) vooral in Groningen, Brabant en west- en midden Nederland te vinden zijn.

Grafisch overzicht van de consequenties van de herverdeelvoorstellen
Grafisch overzicht van de consequenties van de herverdeelvoorstellen

Grote gemeenten gaan er gemiddeld op vooruit

De grote gemeenten, met uitzondering van de G4 (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht), gingen er in de oorspronkelijke voorstellen al op vooruit. In de actualisatie neemt hun voordeel verder toe. Gemeenten met 100.000 tot 250.000 inwoners gaan er gemiddeld het meest op vooruit. Dit voordeel lijkt ten koste te gaan van de middelgrote gemeenten (tussen 20.000 en 50.000 inwoners). Die gemeenten leveren per jaar gemiddeld € 11 per inwoner in. 

Tabel met de herverdeeleffecten naar grootteklasse in euro’s per inwoner per jaar

Herverdeling gunstig voor gemeenten met een zwakke sociale structuur

Maken we onderscheid naar de sociale structuur (inkomen, werkgelegenheid, beroep op sociale voorzieningen) van gemeenten, dan zien we dat gemeenten met een zwakke sociale structuur er relatief sterk op vooruitgaan. Dat was niet het geval in de aanvankelijke voorstellen, maar de herziening in juli liet een omslag zien. Dit zet zich verder door in de recentste actualisatie. 

Tabel met de herverdeeleffecten naar sociale structuur in euro’s per inwoner per jaar

Gemeenten zonder centrumfunctie leveren verder in

In de actualisatie leveren gemeenten met weinig of geen centrumfuncties meer in dan in de eerdere berekeningen. Gemeenten met een sterke centrumfunctie, dat zijn doorgaans de grotere gemeenten, gaan er juist op vooruit. De G4 krijgen in het huidige verdeelmodel een eigen vaste bijdrage als onderdeel van de algemene uitkering. Deze vaste bijdrage wordt verlaagd. Dat was overigens al het geval in de voorstellen van februari. Daarom geven we het effect van de G4 apart weer. 

Tabel met de herverdeeleffecten naar centrumfunctie in euro’s per inwoner per jaar

Geen verschuiving van platteland naar de stad

Op het eerste oog laten deze cijfers geen verschuiving van het platteland naar de stad zien. Ondanks het feit dat de grote gemeenten er gemiddeld op vooruit gaan. Als we onderscheid maken naar de mate van stedelijkheid, zien we dat de niet-stedelijke gemeenten er gemiddeld niet op voor- of achteruitgaan. Ook bij de andere categorieën zijn de gemiddelde verschuivingen beperkt. In de laatste actualisatie gaan de zeer sterk stedelijke gemeenten er gemiddeld op vooruit ten opzichte van de eerdere doorrekeningen. Dit gaat ten koste van gemeenten in de andere categorieën. 

Tabel met de herverdeeleffecten naar de mate van stedelijkheid in euro’s per inwoner per jaar

Herverdeeleffecten nog voorlopig

De Nederlandse gemeenten ontvangen ongeveer de helft van hun inkomsten uit het gemeentefonds. De totale omvang van het gemeentefonds – ongeveer € 30 miljard – blijft gelijk. Dat neemt niet weg dat de nieuwe verdeling winnaars en verliezers kent. De herverdeeleffecten hebben nog steeds een voorlopig karakter. 

Bezien in een bredere context

De gemeentefinanciën staan onder druk. Veel gemeenten ervaren krapte en er is discussie over de omvang van het beschikbare budget. De minister liet eerder al weten zich te realiseren dat de effecten van de herverdeling hier nog bij komen. Een volgend kabinet moet besluiten over de invoering van het nieuwe verdeelmodel voor het gemeentefonds. Het gemeentefonds is slechts een van de onderdelen van de financieel-bestuurlijke verhoudingen. Andere elementen zijn onder meer de indexering, het eigen belastinggebied en het uitkeringsstelsel. Het is daarom aan te bevelen dat een volgend kabinet, naast afspraken over de verdeling van het gemeentefonds, ook afspraken met gemeenten maakt over de andere elementen van de financieel-bestuurlijke verhoudingen.

Randvoorwaarden voor de invoering

De nieuwe verdeling wordt stap voor stap ingevoerd, zodat gemeenten voldoende tijd hebben om zich aan de nieuwe financiële situatie aan te passen. Het ministerie maximeert de herverdeeleffecten op € 60 per inwoner over een periode van 4 jaar, oftewel € 15 per inwoner per jaar. Dit geldt zowel voor gemeenten met een negatief herverdeeleffect als voor gemeenten met een positief herverdeeleffect. Voor ongeveer 10% van de gemeenten is het nadelig herverdeeleffect groter dan dit maximum. Eenzelfde aantal gemeenten heeft een groter voordelig herverdeeleffect dan € 60 per inwoner. 
Na definitieve besluitvorming over het verdeelvoorstel vindt met de dan bekende gegevens nog een actualisatie plaats naar 1 januari 2023. Dat is het beoogde moment van invoering van de nieuwe verdeling. Op die stand wordt ook het ingroeipad berekend.

De overheid houdt de ontwikkeling van de kosten van gemeenten en de invloed daarvan op de verdeling nauwgezet in de gaten. Als opvallende effecten optreden, doet ze onderzoek naar verdere verbetering van het model. Vier jaar na invoering (per 1 januari 2027) bekijkt het ministerie of bijstelling van de verdeling nodig is.

Effecten voor individuele gemeenten

Het ministerie heeft een lijst gepubliceerd van de effecten voor de individuele gemeenten. Daarop kunnen gemeenten zien hoeveel ze erop voor- of achteruitgaan.

Adviesaanvraag aan de Raad voor het Openbaar Bestuur

De Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) is nu aan zet om over de herverdeling te adviseren. De ROB gaf in het BMC-webinar van 24 juni aan in september advies uit te brengen. Ook de Vereniging Nederlandse Gemeenten is om advies gevraagd. Gemeenten krijgen nog gelegenheid om te reageren op de voorliggende voorstellen. Invoering wordt overgelaten aan een nieuw kabinet en is niet voor 2023 voorzien. 

Meer informatie?

Wilt u weten wat de herverdeling voor uw gemeente betekent of wilt u meer informatie? Neem dan contact op met een van onze adviseurs, Erwin Ormel of Siemen Fuite. 

Erwin Ormel Financiën & Bedrijfsvoering senior adviseur 06 - 10 63 16 53
Siemen Fuite Financiën & Bedrijfsvoering adviseur 06 - 22 45 80 31
NIEUWS BESTUUR-EN-BEDRIJFSVOERING FINANCIEN-EN-BEDRIJFSVOERING

Gerelateerde artikelen