28 okt 2025
Meer dan voetbal: BMC-methode toont aan dat het maatschappelijk programma Community Champions een groot verschil maakt
Betaaldvoetbalclubs investeren onder het motto ‘Meer dan voetbal’ jaarlijks miljoenen euro’s in maatschappelijke projecten die mensen samenbrengen, gezonder maken en helpen hun plek in de samenleving te vinden. Gina Peters (Eredivisie CV), Jurrie Groenendijk (BMC) en Kevin Versteeg (Excelsior Foundation) vertellen hoe het programma Community Champions een positieve bijdrage levert aan de ontwikkeling van jongeren. En waarom het zo belangrijk is dat BMC dit effect zichtbaar maakt – in het leven van jongeren zelf, en ook financieel voor de samenleving.
Community Champions is een programma in het kader van Maatschappelijke Diensttijd (MDT) voor (kwetsbare) jongeren van 12 tot 30 jaar. Het idee van MDT is dat jongeren zich vrijwillig inzetten voor de maatschappij en zo niet alleen iets terugdoen voor hun omgeving, maar ook hun talenten ontdekken en andere mensen ontmoeten. Peters vertelt dat het programma in 2021 begon, met acht voetbalclubs. Inmiddels doen er 26 clubs mee uit zowel de Vriendenloterij Eredivisie als Keuken Kampioen Divisie.
Lokale kracht
De clubs vragen hiervoor subsidie aan bij het rijk, via Eredivisie CV. Ook ontvangen ze bijdragen van gemeenten, onderwijs en bedrijfsleven. Een kracht is volgens Groenendijk dat de clubs onder regie van Eredivisie CV ongeveer hetzelfde programma uitvoeren, maar het lokaal invullen. ‘Ze betrekken er ook lokale partijen bij zoals gemeente, welzijnsorganisaties en scholen. Een andere sterke kant van het programma is dat clubs van elkaar leren.’
Deelnemers komen in contact met Community Champions via de al genoemde lokale partijen zoals scholen. Ze stappen in een traject dat in totaal zestien weken duurt. In die periode sporten de deelnemers en volgen ze workshops. ‘Bij Excelsior gebruiken we daarin bijvoorbeeld een spel kaarten waar kwaliteiten op staan, waardoor ze ontdekken waar ze goed in zijn’, vertelt Versteeg. ‘Ook organiseren jongeren activiteiten in hun buurt. ‘Bij ons is dat bijvoorbeeld een toernooi voor jongeren, of eten bezorgen bij bewoners.’
Excelsior hoort bij de clubs van het eerste uur. ‘We doen graag iets terug voor de maatschappij’, zegt Versteeg. ‘Het past bij onze kernwaarden: open, sociaal, ontwikkeling en samen.’
Toekomstperspectief
De activiteiten vinden allemaal plaats in en om het voetbalstadion. Peters vertelt dat het belangrijkste doel is dat deelnemers zich ontwikkelen en toekomstperspectief krijgen. ‘Dat perspectief ontbreekt soms, doordat ze bijvoorbeeld weinig sociale contacten hebben, kampen met een beperking of gezondheidsproblemen. De laatste jaren merken we dat steeds meer jongeren mentale problemen hebben en het moeilijk vinden om hun talenten te ontdekken en in te zetten. Dit programma stimuleert hen om uit deze situatie te komen.’
In veel gevallen lukt dit. Zo merkt Versteeg dat deelnemers meer zelfvertrouwen en een positievere instelling krijgen. ‘Ze zetten stappen richting de toekomst, naar een baan, een nieuwe opleiding of een stage.’
Onderbouwing
Maar net als veel andere organisaties die maatschappelijke programma’s draaien, merken clubs dat financiers steeds vaker om een cijfermatige onderbouwing vragen. Peters: ‘Ze snappen wel dat niet alle opbrengsten van het programma in geld uit te drukken zijn, maar willen soms toch weten of de investeringen écht de moeite waard zijn. In de zoektocht naar een partij die kon helpen om het rendement van maatschappelijke investeringen in beeld te brengen, kwamen we al snel bij BMC uit. Zij hebben hier een speciale methode voor ontwikkeld die zowel het financiële als het persoonlijke rendement van deelnemers in beeld brengt. Clubs willen zelf ook leren, om het programma sterker neer te zetten.’
Tellen en vertellen
Die methode waar Peters op doelt heet ‘Maatschappelijk rendement in beeld: tellen én vertellen’ en combineert verhalen (kwalitatieve gegevens) met cijfers (kwantitatieve gegevens). Groenendijk vertelt dat BMC deze methode vaker heeft toegepast bij gemeenten en aanbieders van zorg- en welzijnsactiviteiten. ‘Het doel is niet alleen om te achterhalen wat een programma oplevert in euro’s en of het werkt, maar ook om te leren wat we kunnen verbeteren om het maatschappelijk rendement nog te verhogen.’
‘Voor Eredivisie CV hebben we deze methode vooral daarvoor ingezet’, vervolgt hij, ‘om te zien hoe het programma effectiever kan worden en om aanknopingspunten te bieden voor verdere ontwikkeling van het programma.’
Bij vier clubs is intensief onderzoek gedaan naar de effecten van Community Champions: Excelsior Rotterdam, FC Groningen, Vitesse en Willem II. ‘Per club deden 8 jongeren hun verhaal’, vertelt Groenendijk. ‘In totaal haalden we dus 32 verhalen op. Niet alleen op basis van gesprekken met de jongeren zelf, maar ook met hun omgeving, zoals ouders, begeleiders vanuit de voetbalclub en docenten. Zo kregen we een completer beeld van de effecten. Dit is een intensief traject, ook omdat je met hen spreekt over soms heel persoonlijke zaken.’
Minder maatschappelijke kosten
Het is volgens Groenendijk heel bijzonder hoe goed jonge deelnemers in staat zijn om te reflecteren op hun eigen ontwikkeling. ‘Dankzij de gesprekken met hen en hun omgeving kregen we inzicht in de positieve veranderingen waar het programma voor zorgt in het leven van deze jongeren. Zo krijgen ze zoals Kevin al zei meer zelfvertrouwen en een beter zelfbeeld. Ook verbeteren hun praktische en sociale vaardigheden. Ze gaan vaker relaties aan en hun toekomstperspectief verbetert. Ze worden fitter en doen in algemene zin meer mee. Verder komt uit de verhalen naar voren dat deelnemers na het programma minder vaak risicovol gedrag vertonen, waardoor ze minder snel in aanraking komen met de politie of andere instanties. ’
Bij het ‘tellen’ kijkt BMC vooral naar welke besparingen al deze veranderingen opleveren. ‘Je kunt bijvoorbeeld uitrekenen hoe groot de financiële besparing is als iemand minder zorg of begeleiding nodig heeft’, zegt Groenendijk, ‘of door het programma weer naar school gaat. ‘We kwamen tot een gemiddeld bedrag van ongeveer € 5.000 per deelnemer per jaar, met uitschieters tot wel € 30.000.’
Betere onderbouwing
‘Het is mooi dat de uitkomsten van het onderzoek bevestigen wat we al dachten’, zegt Versteeg. Peters vult aan: ‘Er is nu onderbouwd dat het programma echt levens verandert en dat investeren in deze doelgroep loont.’ De onderbouwing helpt mogelijk ook andere organisaties om de impact van maatschappelijke programma’s beter te beargumenteren. ‘Een goede basis voor onszelf en de clubs om gesprekken te voeren met de lokale partners en het programma nog steviger te verankeren’, meent Peters.
Het intensieve traject was volgens Peters de moeite waard. Niet alleen omdat de waarde van Community Champions nu beter onderbouwd is, maar ook omdat er adviezen uit zijn gekomen. ‘Zo blijkt meer gestructureerde nazorg een goed idee, om het effect voor de jongeren vast te houden of zelfs te vergroten. Dat kan af en toe een berichtje zijn, maar ook een terugkomdag, stage of vervolgprogramma.’
Aan de slag
‘Eredivisie CV is inmiddels met de clubs aan de slag gegaan om na te gaan hoe ze deze nazorg sterker in het programma kunnen inregelen, gaat Peters verder. ‘Daarnaast gaan we kijken naar de doelgroep. Hoe vinden we jongeren voor wie we het grootste verschil kunnen maken?’
Groenendijk ziet ook kansen voor initiatiefnemers om minder afhankelijk te worden van één financieringsstroom. ‘Het Rijk is vanuit de MDT-gelden de voornaamste financier van Community Champions, maar het project heeft in financiële zin ook voor bijvoorbeeld gemeenten en zorg- en welzijnsinstellingen een positief effect. Versteeg: ‘Mogelijk kunnen programma’s op termijn ook met minder subsidie bestaan.’
Genoeg reden om door te gaan
Tot slot: Voetbal heeft volgens Groenendijk een uniek vermogen om jongeren te bereiken. ‘Ook degenen die door andere instanties niet bereikt kunnen worden. Dat komt door de enorme aantrekkingskracht van het betaaldvoetbal op jonge mensen. In combinatie met de kennis die we nu hebben over het maatschappelijk rendement dat maatschappelijke programma’s genereren, lijkt me dat reden temeer om door te gaan op deze weg.’
Peters: ‘Inzicht in het rendement van maatschappelijke programma’s is ontzettend belangrijk. Als het net als bij ons positief is, dan neemt immers de kans toe dat meer mensen kansen grijpen om aan programma’s mee te doen, de samenwerking op te zoeken of om hierin te investeren. Ik ben ervan overtuigd dat steeds meer organisaties gemotiveerd zijn om iets te doen voor de samenleving. Des te belangrijker is het dan om dat waar je mee bezig bent, eens onder de loep te nemen, om te beoordelen welke waarde je nou daadwerkelijk levert.’
Meer weten?
Neem voor meer informatie of een vrijblijvend gesprek contact op met Jurrie Groenendijk.
Meer weten?
Neem contact op met: