7 nov 2025
Van boekhouding naar buurtontwikkeling
Waarom financiële professionals onmisbaar zijn bij de woonopgave van gemeenten
Nederland staat voor een ongekende woonopgave. Een die niet alleen draait om stenen: gemeenten willen gemeenschappen bouwen waarin mensen oud kunnen worden, waar zorg en voorzieningen dichtbij zijn, en waar de leefbaarheid overeind blijft. Bouwen is allang niet meer alleen een fysieke opgave: het is ook een financiële, sociale en demografische puzzel. In het spanningsveld tussen geld en grond, cijfers en stenen, is samenwerking tussen financials en woonprofessionals onmisbaar. Want wie de woonopgave wil aanpakken, moet verder kijken dan de begroting van volgend jaar en durven plannen voor de toekomst, ook als het mistig is.
Alles komt samen op ‘wonen’
Het ravijnjaar en (geo)politieke ontwikkelingen zorgen voor onrust over de gemeentefinanciën, vertelt Erwin Ormel, managing consultant bij BMC. ‘Vanaf 2028 krijgen gemeenten aanmerkelijk minder geld van het rijk. En of dat bijgeplust gaat worden zal nog wel een tijdlang onduidelijk blijven. Ze weten dát ze minder krijgen, maar niet hoeveel minder en waarvoor. Heel lang ging de aandacht uit naar de problemen in het sociaal domein, maar ook de zorgen in het fysiek domein liegen er niet om.’
In de woonopgave die bij gemeenten ligt, komt veel problematiek samen: niet alleen schaarse grond, netcongestie en beperkte arbeidskracht om te bouwen, maar ook de betaalbaarheid van wonen en de toekomstige tekorten in de zorg vanwege de vergrijzing. Hier ligt een complexe puzzel, die vraagt om vergaande samenwerking in de uitvoering. Binnen gemeenten, tussen gemeenten en met partners als projectontwikkelaars, woningbouwcorporaties en zorg- en welzijnspartijen, met ieder een andere aansturing en deels andere belangen.
Verkenningen op de lange termijn
Ormel ziet dat financiële professionals soms worstelen met de actuele vraagstukken in het fysieke domein. ‘Financials maken het liefst voorspelbare begrotingen, gebaseerd op zekerheid. Dat is nu voor de korte termijn al lastig. Gemeenten zijn vaak al blij als ze de begroting voor de komende 2 jaren sluitend krijgen. Over 4 jaar wordt het lastiger. Laat staan als je vraagt om verkenningen over 15, 20 of 25 jaar.’
‘Terwijl dat soort voorspellingen juist nodig zijn om richting te geven aan de aanpak van de woonopgave’, vult Karin van Duuren, partner Wonen bij BMC, aan. ‘In 2040 zijn er een miljoen meer mensen in Nederland, waarvan een groot deel 65+, met een hogere zorgvraag én minder arbeidskracht in de zorg. Hoe kun je gemeenschappen bouwen waarin mensen ook in de toekomst voor elkaar zorgen? Daar moeten we nú over nadenken.’ Dit vraagt volgens Ormel een andere instelling van financials: ‘Ze moeten durven om in de mist te varen.’
Gemeenschappen bouwen
‘Natuurlijk zijn financials nu ook verbonden met de ambtenaren van de afdeling wonen’, gaat Van Duuren verder. ‘Maar welk gesprek wordt daar gevoerd? Heb je het alleen over de cijfers of praat je ook samen over de inhoud, de doelen van een programma? Juist als je het over de inhoud hebt, kun je een project in een bredere context bekijken: wat is de doelmatigheid van dit project? Is dit nodig en waarom? Is dit te combineren met een opgave van een ander domein?’
Dat gesprek wordt nog te weinig gevoerd, terwijl dit juist nodig is omdat de woonopgave complex is. Van Duuren: ‘Het gaat allang niet meer alleen om bakstenen. Het gaat om leefbaarheid. Je zet niet zomaar ergens een woning neer, maar bouwt aan gemeenschappen. Dat betekent bijvoorbeeld ook: scholen, voorzieningen, ruimte voor groen en voor sociale ontmoetingsplaatsen. En een oog hebben voor hoe de mensen in een wijk samenleven en elkaar kunnen helpen. Zeker in het licht van de vergrijzing en het teruglopend zorgaanbod. Het is een integrale opgave, die niet vanuit één domein op te lossen is.’
Buiten je vakgebied
Hier kunnen financials volgens Van Duuren en Ormel een belangrijke rol spelen. Dit vraagt om professionals die vanuit een kritische en betrokken houding aan tafel zitten. Hiervoor zal soms wel een andere houding nodig zijn, zowel van financials als van ambtenaren binnen de afdelingen. ‘Natuurlijk zijn er cultuurverschillen’, aldus Ormel. ‘Vanuit de jaren ’80 en ‘90 kennen we soms nog het beeld van “de cowboys van de planontwikkeling” versus “de boekhouders die alles op zeker willen spelen”. Dat is gelukkig al lang niet meer zo, die werelden zijn al meer naar elkaar toegegroeid, maar spreken niet altijd dezelfde taal. Het is zaak om over de schutting van je eigen vakgebied heen te stappen. Alleen dan krijg je die brede, strategische blik. Het vraagt een betrokken én onafhankelijke houding; specialistisch én generalistisch.’
Maak het verschil
Hoe kunnen financials het verschil maken in de aanpak van de woonopgave? Ormel: ‘Durf verder vooruit te kijken, ook als het mistig is. Ik kom in opdrachten geregeld tegen dat we een inschatting moeten maken op basis van onvoldoende informatie. Iedereen loopt daaromheen, niemand durft er een getal aan te koppelen. Uiteindelijk is er iemand die het wel durft. Met dat getal ga je rekenen, maar vervolgens is de werkelijkheid toch complexer. En dan heeft degene die als eerste het getal heeft genoemd, het gedaan. Terwijl diegene wel zijn nek durfde uit te steken. Van die cultuur moeten we af. Anders komen we nooit tot langetermijnplannen.’ Die blik gaat wat Van Duuren betreft niet alleen vooruit, maar ook de breedte in: ‘Begroot de woonopgave in samenhang. Dus niet alleen de woningen, maar ook de leefomgeving en sociale voorzieningen. Anders heb je dadelijk een nieuwe wijk, maar geen mensen die naar elkaar omkijken.’
Complexe puzzel
Van Duuren en Ormel erkennen dat de aanpak van de woonopgave een complexe puzzel is. Het gaat niet alleen om samenwerken binnen de gemeente, maar ook tussen gemeenten in de regio en met andere partners. ‘Het is zoals een tango’, besluit Ormel. ‘Zoek elkaars grenzen op, maar laat elkaar niet los. Anders mislukt de dans. Ik zal niet ontkennen dat dat ingewikkeld is. Hier is een rol weggelegd voor financials. Onder andere door mee te kijken over de muren van het eigen beleidsterrein, door zich als strategisch gesprekspartner op te stellen, door prognoses te maken voor de middellange en lange termijn en door de inhoudelijk verantwoordelijken kritisch te bevragen op de haalbaarheid van de plannen. Zo kunnen ze een onmisbare en betekenisvolle bijdrage leveren aan deze forse maatschappelijke opgave.’

Meer weten over de samenwerking tussen financials en andere domeinen voor de aanpak van de woonopgave?
Neem voor een vrijblijvend gesprek contact op met Erwin Ormel of Karin van Duuren.