
20 okt 2025
Toegankelijke gemeente? Volg de nieuwe NEN-norm!
Gemeenten, provincies en rijksoverheid moeten aan de slag met het VN-verdrag Handicap. Gemeenten doen dat onder meer met een Lokale Inclusie Agenda, opgesteld samen met inwoners met een beperking. Een uitdaging, want voor blijvende verandering moet je anders kijken, denken en doen. In deze blogreeks geeft April Ranshuijsen, adviseur en projectleider inclusie bij BMC, inzicht in drie belangrijke randvoorwaarden en gaat zij in op veel voorkomende vraagstukken uit de praktijk. In deze blog: hoe kunnen gebouwen toegankelijker worden? Hoe helpt de nieuwe NEN-norm daarbij en wat zijn de verschillende keurmerken?
Iedere gemeente wil graag toegankelijk zijn. Maar als ze met hun gebouwen en openbare ruimte serieus aan de slag moeten, schieten ze vaak in een weerstandsreflex: ze stellen inclusief bouwen uit of kiezen voor de veilige weg en doen alleen wat minimaal wettelijk verplicht is. De oorzaak? Gemeenten overzien vaak niet goed de verschillende keurmerken in relatie tot het Besluit Bouwwerken Leefomgeving. Daarnaast spelen er verschillende belangen en er is angst voor de financiële consequenties. Deze factoren kunnen verlammend werken. Het gevolg: er wordt onvoldoende inclusief gebouwd. In deze blog hoop ik de koudwatervrees voor inclusief bouwen, zoals ik het vaak noem, te doorbreken.
Waarom de nieuwe NEN 9120
Laat ik beginnen bij het begin: het BBL (Besluit Bouwwerken Leefomgeving, het voormalige wettelijk Bouwbesluit) biedt onvoldoende handvatten voor een goede toegankelijkheid van gebouwen. Zo kan door het gebrek aan goede criteria in het BBL wel voldaan worden aan de wettelijke eisen, maar leidt dit in de praktijk toch tot onwenselijke situaties. Zoals de deur van een rolstoeltoilet die naar binnen opengaat, de wasbak die op de verkeerde hoogte hangt. Soms kun je überhaupt niet goed bij het toilet komen. Daar schiet niemand iets mee op. Daarom is er sinds 3 februari 2025 een nieuwe NEN-norm toegankelijkheid, ontwikkeld in opdracht van het ministerie van BZK. Partijen zoals Bouwend Nederland, AEDES, organisaties voor mensen met een beperking, de Bond van Nederlandse Architecten en de VNG zijn hierbij betrokken geweest.
Wat is die nieuwe NEN-norm?
De toegankelijkheidseisen in het BBL zijn vooral gericht op rolstoelgebruikers met een kleine, wendbare, handbewogen rolstoel. De nieuwe NEN-norm daarentegen houdt rekening met meerdere vormen van beperkingen en type mobiliteitsvoorzieningen. De norm behandelt verschillende vormen van toegankelijkheid en kan ook handvatten bieden bij nieuwbouw.
Het gebouwontwerp, de inrichting en de buitenruimte zijn meegenomen. In het gebouw gaat de NEN-norm over jezelf door het gebouw kunnen verplaatsen, toegankelijke ruimtes (zoals lokalen en spreek- of vergaderkamers), de inrichting van toiletten en het zelfstandig kunnen gebruiken van apparaten en voorzieningen. Ook belichting, bewegwijzering en akoestiek spelen een rol. Buiten gaat het over makkelijk bij de ingang kunnen komen, ook vanaf een parkeerplek.
Verschil tussen NEN-norm en bestaande keurmerken
In Nederland bestaan inmiddels verschillende keurmerken met bijbehorende criteria, een wettelijk Besluit Bouwwerken Leefomgeving, het Handboek Toegankelijkheid en nu ook nog een nieuwe NEN-norm. Daarnaast heb je nog het VN-verdrag Handicap, de Wet gelijke behandeling (Wgbh/cz), het Besluit Toegankelijkheid en de Europese Toegankelijkheidswet. Zie jij nog door de bomen het bos?
Het ministerie van BZK onderzoekt of de hele NEN-norm of onderdelen daarvan in het BBL kan worden opgenomen. Die keuze wordt gemaakt na een pilot van twee jaar waaraan gemeenten nu meedoen. Ook kan dan gekeken worden naar een eenduidig keurmerk. Nederland sluit dan goed aan bij Europese wetgeving.Tot die tijd bestaan er nog verschillende keurmerken naast elkaar, van zelfstandige bedrijven en organisaties.
Maar wat als je al met een van de keurmerken werkt? Daar kun je als gemeente mee doorgaan. Wel is het verstandig om de organisatie van het keurmerk te vragen de nieuwe NEN vanaf nu wel mee te nemen in de beoordelingen en rapportages. Zo is er in ieder geval duidelijk welke aanvullingen je later nog eventueel nodig hebt. Dat helpt bij de afwegingen voor nu.
Je leest het: er is veel mogelijk met de nieuwe NEN-norm, al dan niet in combinatie met bestaande keurmerken. Hoe je het ook aanpakt, het is goed om een aantal zaken voor ogen te houden als je ermee aan de slag gaat.
Tip 1: gebruik de NEN-norm als meetlat bij bestaande gebouwen
Bij bestaande gebouwen, voor renovaties en verbouwingen is de NEN-norm goed als meetlat te gebruiken. Maak een prioritering van gebouwen die verbeterd moeten worden voor medewerkers of bezoekers. Kijk vervolgens wat mogelijk is om aan de NEN-norm te voldoen. Wanneer het door technische beperkingen niet mogelijk is, ga dan met de gebruikers (met een beperking) en deskundigen in gesprek en onderzoek samen welke oplossingen mogelijk zijn. Communiceer ook duidelijk waarom je welke keuzes hebt gemaakt. Ga uit van toegankelijk en inclusief als norm, en onderbouw waarom je daarvan afwijkt. De ervaring leert dat de meeste mensen daar begrip voor hebben.
Tip 2: kijk naar het totaalplaatje
Los van norm of keurmerk is het belangrijk om te kijken naar het totaalplaatje. Een toilet kan aan alle normen en criteria van toegankelijkheid voldoen. Maar als de deur te zwaar is of de gang vol staat met keukenkarretjes of vuilcontainers, heb je er weinig aan (serieus, ik maak het mee). De containers in dit voorbeeld waren na overleg nog weg te halen, maar wat als er in diezelfde gang een betonnen pilaar de toegang had geblokkeerd? Daarom is het essentieel dat er bij nieuwbouw vanaf de ontwerpfase duidelijke afspraken komen.
Tip 3: verwerk NEN9120 in het programma van eisen
Neem als gemeente in de tender de NEN 9120 op in het programma van eisen. Na de gunning maak je afspraken over de wijze van toetsen, het betrekken van ervaringsdeskundigen én inhoudelijke experts zoals een toegankelijkheidsadviseur. Een goede adviseur kan met de architect meedenken. Op de website: toegankelijkbouwen.nl is goede informatie te vinden over hoe je dit proces het beste kan inrichten.
Durf jij het aan?
Ik hoop dat deze blog meer duidelijkheid heeft gegeven en dat ik mogelijk koudwatervrees heb weggenomen, zodat elke gemeente de stap durft te zetten naar echt inclusief bouwen en inrichten.
Over de auteur
April Ranshuijsen ondersteunt als projectleider en adviseur inclusie gemeenten, provincies en Rijksoverheid. Ze helpt organisaties bij diversiteit- en inclusievraagstukken en bij het maken en uitvoeren van inclusief beleid. April is vooral bekend als expert en inspirator op gebied van het VN-verdrag Handicap. In Nederland is het nog lang niet altijd vanzelfsprekend dat mensen met een beperking gelijkwaardig kunnen deelnemen. Dit werkt kansenongelijkheid in de hand. April is naast adviseur voor BMC ook gemeenteraadslid in Nijmegen. Ook is ze zelf ervaringsdeskundige als het gaat om inclusie, doordat ze vanwege een spierziekte in een rolstoel zit.